Antwoord | lengte | |
---|---|---|
gezel | 5 letters | |
Laatste toevoegingen
- In het begin was z'n makker nog gezellig.
- Hij wás profi bij het KNMI
- hij wás prof bij het knmi
- Makker, afkorting van het Engelse woord voor broer
- Makker van het vrouwelijke geslacht
- makker (Engels)
- makker (Bargoens)
- makker
- Makker van een rakker
- Niets-te-makker
- Door hem wordt een Gelderse plaats makker
- In alle rust makker geworden
- Die beesten zijn makker.
- Agent 007 had plezier van zijn makker.
- Vriend, makker of gabber
- de draaiende makker bepaalt de grootte.
- Door deze beschikking blijft een makker aan de lijn
- Streed met zijn makker om de inhoud