Antwoord | lengte | |
---|---|---|
leidster | 8 letters | |
Laatste toevoegingen
- Zij hoort aanvoerder te zijn maar is ziek
- Zij, zij, zij, zij
- Zij zijn er ziek van dat ze niet tot de betere kringen horen
- Erg ziek of verward: zij is .... heen
- Zij is midden in de week altijd ziek
- Zij heeft een paard dat ziek is.
- Zij hebben wapens, maar zij zijn niet de enigen
- Een aanvoerder zou een hoop aan zijn hoofd hebben
- Zo'n onzijdige figuur kan toch aanvoerder zijn.
- als aanvoerder de eerste zijn om het recht te laten zegevieren
- Is door de week altijd ziek maar op zondag niet
- Stil, maar niet ziek
- Ze is altijd ziek, maar nooit op zondag
- Iemand die overal de schuld van krijgt, maar zeker niet ziek is
- Is die false dan ben je niet ziek maar wel de klos
- Zij hoort stapel te zijn
- hoort u zolang u nog niks hoort
- telkens wat ziek zijn