Antwoord | lengte | |
---|---|---|
verteller | 9 letters | |
Laatste toevoegingen
- Hij kan niet rekenen maar wel praten
- Ook al is hij klein, we kunnen wel op hem rekenen
- Hij kan rekenen, zelfs met breuken.
- praten en praten en geven
- zo te horen kan hij wel leiding geven, maar moet hij eerst genezen.
- Hij kan het niet trekken, maar ze wel bakken
- Zo kan hij ze niet trekken maar wel bakken
- Moe maar klaar met rekenen
- persoon waarop men rekenen kan
- iemand die goed kan rekenen
- Persoon op wie men kan rekenen
- Op Amor's pijlen kan men rekenen
- Die Afrikaanse leider kan op instemming uit Italië en Spanje rekenen
- Deze verdachte kan op veel medelijden rekenen
- Op wier bustehouder men kan rekenen
- Waar men aan boord de consumpties af kan rekenen
- Er kan een wiel omheen, aldaar plaatselijk af te rekenen
- zij kan op haar maten rekenen